Hwa-su werkt als gofer bij een plaatselijk theater, maar droomt ervan ooit een eigen theater te bezitten. Als volwassene wordt Hwa-su een beschermeling van de machtige zakenman Sohn Jong-rok en trouwt hij met zijn nichtje, waardoor hij erfgenaam wordt van Sohns bedrijf. Hij neemt het Je-il Theater over en hernoemt het tot Peace Theatre. Het verwezenlijken van zijn kinderdroom is nog maar het begin voor Hwa-su. Hij waagt zich in de wereld van het filmmaken. Ondertussen neemt misdaadheer Lee Jeong-jae Yu Ji-gwang onder zijn hoede en werkt hij samen met Gwak Young-ju om zijn eigen politieke macht op te bouwen. Maar wanneer zijn fervente aanhanger Lee Gi-boong de vice-presidentiële race verliest, wordt Jeong-jae nerveus. Hwa-su, nu een man met enorme rijkdom en macht uit de onderwereld, benadert Jeong-jae en Ji-gwang om een ongemakkelijke alliantie te vormen en de wereld van vervalste verkiezingen en corrupte politiek te betreden.